Vandaag het tweede deel over ergonomisch dragen. Dit bericht gaat over de spreid-hurkzit, ook wel de M-houding genoemd.
Waar je bij een ergonomische drager op let is dat de drager van knieholte tot knieholte kan ondersteunen, dus hij moet daar mee kunnen groeien met je kindje. Bij voorkeur traploos. Er zijn dragers die met knoopjes werken en die kun je dus net iets minder mooi instellen.
Verder biedt een ergonomische drager de mogelijkheid om de bekken te kantelen, zodat de knietjes ter hoogte van de navel komen. En kun je hem zo afstellen dat je kindje niet uit die houding zakt. Dus o.a. geen hard rugpand of stugge stof.
In het bovenste voorbeeld zie je een kindje (weliswaar op de rug) gedragen wordt in een drager dit niet van knie-tot-knie ondersteund én ook een stug rugpand heeft. Je ziet de beentjes ook afhangen, waardoor er spanning op de heupjes komt en de rug hol gaat trekken. Dit kleintje kan nooit helemaal ontspannen zitten en zal flink gaan bungelen als hij/zij in slaap valt.
In het onderste plaatje zie je een foto van een drager die wel van knie tot knie ondersteund met een soepel rugpand. Je ziet hier ook mooi de spreid-hurkzit. Kindjes in deze draagzak zullen ook niet uit deze positie gaan zakken.
Als je weer terugkijkt naar de foto van de houding die een kindje aanneemt, zie je die natuurlijk houding in de onderste draagzak wel terug en in de bovenste helemaal niet.
PS De knietjes zitten niet helemaal zo hoog als een baby’tje ze zou optrekken, maar dat komt omdat deze foto met een draagpop gemaakt is.